Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [50]Ziet, ik weet ulieder gedachten, en de [51]boze verdichtselen, [waarmede] gij tegen mij geweld doet. 50. Job spreekt zijn vrienden toe, om de gedachten, die zij van zijn kinderen mochten hebben, voor te komen. 51. Het Hebreeuwse woord betekent wel in het algemeen allerlei gedachte, gelijk boven, hfdst.17 vs.11, maar ook in het bijzonder een boze gedachte, gelijk hier en Spreuk.12:2, en Spreuk.14:17, en Spreuk.24:8; Jes.32:7; somtijds betekent het ook een kloek en voorzichtig bedenken, gelijk Spreuk.1:4, en Spreuk.3:21.